Over ons

Over ons

Brandweer Nieuwpoort is onderdeel van de hulpverleningszone brandweer Westhoek.

Historie

Nieuwpoort was in de middeleeuwen de 6e grootste Vlaamse stad die ook voortdurend te maken had met de belegering. De stadsbewoner stond zelf in voor de brandbestrijding gedurende die periode.

De oudste terug te vinden stukken dateren uit 1739 hier ontving Joannes Pytyt en “syne compagnons” elk jaar 12 gulden voor hun prestaties. In 1753 beschikte de stad over 190 lederen emmers, 23 ladders en 9 haken, deze waren verdeeld over het grondgebied.

In 1802 was er een bestendige wacht -die “den pompier” werdt genoemd- deze stond in voor de waterpompen die de stad van het nodige bluswater moest voorzien. In 1810 werd loodgieter Charles Verhaeghe benoemd tot “chef pompier”. Hij stond met zijn equipe in dienst van de stad. In 1825, tijdens de bezetting van de Nederlanders was het Faquer. In 1846 werd de timmerman Frans Deman chef pompier en als laatste kreeg Jan Vlasseman in 1850 de titel.

In 1860 begon de ontmanteling van de verterkingen van de stad. De stad wenste dat alle militaire gebouwen, aan de stad zouden worden afgestaan. Eén van de gebouwen was het poedermagazijn op het kwartier of Arsenaalpein (bommenvrij). Dit was de locatie waar de pomp werd ondergebracht, en was ook meteen de eerste brandweerkazerne van Nieuwpoort.

Historie

In 1923 werd de gewapende brandweer ontbonden tot een brandweerdienst. De geweren werden ingeleverd en verdwenen uit het archief (in de brandweerkazerne van Nieuwpoort is nog een gelijkaardig exemplaar aanwezig). In 1924 nam de brandweer intrek in de Langestraat, naast het heropgebouwde vredegerecht.

De heer Huyghebaert werd verkozen tot burgemeester in 1927, in 1933 werd een nieuwe burgemeester verkozen. Wegens een politieke ruzie nam hij ontslag als bevelhebber, bijna alle manschappen volgenden. De taak werd tovergnomen door Romaan Berquin, die met een nieuwe equipe de toekomst tegemoet ging.

De stad leende geld aan de heer Berquin om materiaal aan te kopen, en in 1938 bereikte hij de leeftijdsgrens. Zijn taak werd overgenomen door zijn zoon Paul. Dat jaar vond ook het eerste barbarafeest plaats in het restaurant de Pélikaan.

Tijdens de tweede wereldoorlog bleef de brandweer met beperkte middelen de stad beschermen. Enkele Nieuwpoortnaars ontsnapten aan de verplichte tewerkstelling in Duitsland door dienst te nemen als vrijwillig brandweerman. Het brandweerkorps beschikte echter maar over twee pompen, maar had wel drie voertuigen. De wagens waren eigendom van de inwoners van de stad die hun auto uitleenden aan de brandweer, zo konden ze vermijden dat hun auto in beslag genomen werd door het Duitse leger.

De bevelhebber Berquin werdt op 7 september 1945 uit zijn ambt ontheven (werd later in ere hersteld) en opgevolgd door Eecke Maurits. Deze nam echter in 1950 plotseling ontslag en het bevel werd doorgegeven aan Provoost Pierre die nog als enige kaderlid overbleef.

In 1957 kreeg het korps na lang aandringen niet alleen zijn eerste autopomp, maar ook een draagbare motorpomp en 4 kelderpompen. Het hele korps kreeg tevens ook nieuwe werk- en ceremoniële kledij.

In 1967 kreeg de brandweerpost een nieuwe bevelhebber, de heer David Victor. Onder zijn gezag werd de kazerne verder uitgebouwd en het wagenpark volledig vernieuwt. Na jaren niet meer over een ziekenwagen te beschikken werd in 1972 de ziekenwagen terug in het leven geroepen. In 1974 kreeg het korps ook een duikersteam.

In 1990 moet David Victor -wegens gezondheidsredenen- de fakkel doorgeven aan Van Brussel Roger, de officiële bevelsoverdracht vond plaats op 25 april 1992, echter was hij als dienstdoende bevelhebber vanaf 1 januari 1991.

Op 1 januari 2015 werd de stedelijke brandweer van Nieuwpoort lid van de hulpverleningszone brandweer Westhoek. Dit is dan ook het einde van de stedelijke brandweer. Van Brussel Roger nam eervol ontslag op 31 januari 2015, zijn opvolger Vandenabeele Richard werd op 02 februari 2015 bevelhebber van de brandweerpost.